Alles komt goed (Stef Bos in de Roma)
in Recensie
woensdag 14 november 2012, Concertnieuws, Sascha Siereveld
De voorstelling startte erg rustig met “De intocht” waarbij Stef Bos alleen achter zijn piano zat, maar kwam met een erg swingende uitvoering van “Het midden” pas echt op gang. Pianist Steven Cornillie gaf midden in het nummer een heerlijke blues-solo waarna de rest weer vrolijk inpikte. Op het podium hadden ze er duidelijk zin in en het klonk opnieuw: “Alsof we zijn vergeten dat het midden nog bestaat.” Stef Bos drukte tussendoor zijn wens uit voor Antwerpen: “Ik hoop dat ze ’t op het Schoon Verdiep ook horen”, waarna het lied gewoon weer verder ging. Het werd een erg lange versie van “Het midden” met een verfrissende, nieuwe klank en een duidelijke nadruk op het positieve. En daarmee was de trend voor deze show gezet.
Wie Stef Bos al live aan het werk heeft gezien, weet dat hij tussendoor graag verhalen vertelt over de achtergrond waartegen zijn liedjes zijn ontstaan of de redenen waarom hij bepaalde nummers zingt. Gezien hij een goed verteller is, is het heerlijk om deze anekdotes te beluisteren al konden we ons toch ook niet van de indruk ontdoen dat de inleidingen deze keer soms toch net iets te lang waren. Een verhaal beginnen over West-Afrika om uiteindelijk te willen vertellen hoe “Engjelushe“ na een groot glas raki op een zondagochtend is ontstaan aan de grensovergang van Albanië was toch net iets te uitgebreid. Gelukkig brachten de opgewekte klanken van accordeon, akoestische gitaar en contrabas de sfeer terug.
“Força da mudança” kreeg een opzwepende Afrikaanse klank mee door de combinatie van René van Mierlo op jazz-gitaar en Lené te Voortwis op elektrische bas. De doeken op het podium kregen voor de gelegenheid verschillende, felle kleuren mee. We waren helemaal in de sfeer toen Stef Bos luidkeels zijn “Viva Afrika” uitschreeuwde. En net toen we dachten dat het nummer op zijn einde liep, mocht Martin De Wagter zich volledig laten gaan op zijn drums waarna het lied gewoon verder ging. Zelden was Afrika zo dichtbij in de Roma.
“Ruimtevaarder” kreeg door het gebruik van een klankschaal en de elektrische gitaar een Indiaas tintje mee terwijl “Rue de Mouffetard” door het accordeonspel van Steven Cornillie een typisch Franse sfeer opwekte. Een minder voor de hand liggende combinatie vonden we terug bij Stefs hommage aan het Afrikaans: “Onder in my whiskey glas”. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, klonk deze cover van Koos Kombuis verbazend Latijns-Amerikaans. Dit gaf het nummer de positieve boost die het nodig had om in het concept van deze voorstelling te passen.
De meest verbazende nieuwkomer was “Kusturica”. Stef Bos liet zich inspireren door deze Servische filmmaker om zijn boodschap van hoop te brengen. Het lied startte met een schijnbaar onsamenhangende reeks noten op contrabas die geleidelijk aan een melodie gingen vormen. Het leek wel of de contrabas aan het klagen was. René van Mierlo nam de melodie over op elektrische gitaar terwijl de klank van de synthesizer de achtergrond subtiel opvulde. En dan pas kwam Stef Bos aanzetten met een aanvankelijk sombere tekst met filosofische inslag die slechts geleidelijk overging in een boodschap van hoop: “Tussen de gaten in het asfalt groeit het onkruid naar het licht.” “Kusturica” speelde zich af op het spanningsveld tussen tragedie en hoop. We kijken al uit naar het moment dat dit nummer op cd verkrijgbaar zal zijn.